Overal slingeren papiertjes, mijn notitieboekjes zijn voller en ook in mijn telefoon zwerven verschillende teksten. Ik schreef namelijk nogal veel de afgelopen maand. Het is de hoogste tijd om verschillende gedichten te gaan bundelen, want wat moet ik met al die losse krabbels? En ten tweede lijken mijn gedichten altijd op te lossen in het niets, want zelfs als ik ze drie keer back-up dan verdwijnen ze. En dat is zonde.
Vijf gedichten vind je in deze blogpost en voor de liefhebber plaats ik ze tegenwoordig ook op Sweek. Mochten ze nu nog verdwijnen dan weet ik het ook niet meer. Op Sweek staan ze als bundel. Ik ben nooit tevreden, dus ik zal ze tussendoor herschrijven en daarnaast aanvullen met nieuw werk. Wat er daarna mee gebeurt? Misschien gooi ik ze alsnog weg, misschien breng ik ze uit in eigen beheer, misschien draag ik ze nog eens voor. Voor nu staan ze in ieder geval goed waar ze staan.
Lucht
Ontwikkeling heeft niets met tijd te maken
en tijd niets met mij. Ik ben geworden wie ik ben
door niet achteruit te lopen.
vogels gaan ook niet
naar waar ze horen.
Ik adem lucht het vult
longen maar niet het hart.
We hebben meer dan zuurstof nodig.
Jij zegt dat alles met tijd te maken heeft
Tien minuten zonder lucht is de dood. Als ik nu een boom plant dan is het over vijf jaar een plek
waar vogels wonen. Maar nog nooit was ik in de toekomst. Ik kan alleen het hier geloven.
*
Ik wil bomen omhakken
want wortels zijn niet van waarde.
Ik zie ze dagelijks liggen,
de mens die sterk groeide,
maar niet kan blijven staan.
Wat we niet zien bestaat niet,
totdat het niet meer gaat.
Ze liggen en wachten
vergeten hun kracht:
vergaan. Voed de kiemen
die je zaaide.
Ik sta, en mijn wortels nemen op
maar als het moet, voor een enkeling, zal ik vallen.
Tasten in het licht
alleen de lamp ziet me liggen
mijn lichaam opgerold gedachten uitgerold
in het licht
lijkt het op opgeven
het donker snapt
dat het niet opgeven
maar verlangen is
naar het begin waarin we opgevouwen
in onze moeder zaten
donker, stil
maar bovenal verbonden
met een ander
met bestaan als enige drang
ik wil meer al weet ik dat het niet kan
deze wereld pretendeert prestatiedwang
ik rol me op mijn rug en staar naar boven
onafhankelijkheid is niets
dan een keuze
om licht aan of uit te laten
Nalaten
wat mijn oma me naliet
is iedereen die voor mij stierf
ze hangen als een onvindbaar netwerk
van criminelen aan de muur
er bestaat geen medicijn tegen familie zijn
wr bestaat niets tegen
het wachten het huilen het buitenbeentje zijn
de honden die de leegtes van kinderen opvullen
maar ze gaan tenminste door
ik slaap nog altijd in mijn kinderlijk bed
Omdat ik niet weet
hoelang mijn bed mij kan dragen
ik moet nog beginnen
mijn erfenis te maken
Klimmen heeft niets met hoogte te maken
Ze kijken naar de mensen aan de top
maar wie naar hen opkijkt heeft het begrip ‘klimmen’ niet begrepen.
Het is niet ergens beginnen en
bovenaan uitkomen. Het is niet op de ander neerkijken
en geld strooien.
Wie klimt
zet stappen aan de rand van een ravijn,
klampt zich vast aan takken en laat ze los,
schuift uit tot-ie in het onbekende staat
en er is maar één route genaamd ‘verdwaald’
tot je de plek vindt
die alles draagt wat je benodigt.
Jenn
Mooi! Poëzie is niet mijn ding om te schrijven. Ik ben je gaan volgen op Sweek!
Hoofdstuk 12
Leuk!
Annelies
Wauw, prachtig!
Hoofdstuk 12
Dank je!